Het betreden van een perceel of erf van iemand anders, het is niet zelden aanleiding voor een fiks conflict met de buren. Laten we daarom eens ingaan op zaken als het recht van overpad en de nood- en de buurweg. Misschien dat zaken dan wat duidelijker worden waardoor conflicten voorkomen kunnen worden. Moeilijk te begrijpen is het allemaal niet, heel gemakkelijk zijn recht van overpad zaken nou ook weer niet.
Het recht van overpad
Laten we eerst eens kijken naar het recht van overpad. Dit wordt ook wel recht van weg genoemd. Dit is een recht om te komen of te gaan via een perceel van iemand anders en het geldt als erfdienstbaarheid. Dat houdt in dat het hier gaat om een last waarmee de ene onroerende zaak (het zogenaamde dienende erf) ten behoeve van een andere onroerende zaak (het heersende erf) is belast. Ben je eigenaar van het dienende erf, dan moet je het gebruik van jouw pad of perceel door de eigenaar van het heersende erf toestaan. Recht van overpad is zaak gebonden. Dat betekent dat het recht blijft bestaan als iemand anders eigenaar wordt van de onroerende zaak. Het recht ontstaat als dit bij de notaris wordt vastgelegd maar kan ook door verjaring zijn ontstaan.
Conflicten over recht van overpad
Is het recht van overpad door vestiging ontstaan en is dit vastgelegd bij de notaris, dan zijn er door beide partijen afspraken gemaakt over het gebruik van de weg. De akte die door de notaris opgesteld wordt, heet dan ook een vestigingsakte. Niet zelden ontstaan er conflicten door het recht van overpad. Mocht dat het geval zijn, dan kun je vaak een beroep doen op juridische ondersteuning als je een rechtsbijstandverzekering hebt afgesloten. Dit kan aan de orde zijn als de tekst in de akte niet geheel duidelijk is of wanneer er helemaal geen vestigingsakte beschikbaar is. Een juridisch specialist kan je helpen bij het onderzoeken of het recht eventueel is ontstaan door verjaring. Recht van overpad kan namelijk door zogenaamde verkrijgende of bevrijdende verjaring zijn ontstaan.
Verkrijgende verjaring
Er is sprake van verkrijgende verjaring als je over een periode van meer dan tien jaar en onafgebroken het bezit hebt gehad van de erfdienstbaarheid en je daarbij te goeder trouw hebt gehandeld. Dat laatste betekent dat de bezitter in de veronderstelling verkeerde dat hij bevoegd was het pad te gebruiken. Overigens is van verkrijgende verjaring niet vaak sprake. Van goeder trouw geen sprake als je simpelweg door het bekijken van openbare registers had kunnen weten dat er geen recht van overpad is. Van te goeder trouw is in de meeste gevallen alleen sprake als er gebreken kleven aan een gevestigd recht van overpad. Dit kan het geval zijn omdat die gevestigd is door iemand die daar niet bevoegd voor is.
Twintig jaar en zonder tussenpozen
Kijken we naar bevrijdende verjaring, dan geldt dit als iemand al meer dan twintig jaar en zonder tussenpozen in het bezit is geweest van de erfdienstbaarheid. Om vast te kunnen stellen of er sprake is van recht van overpad vanwege verjaring, zal moeten worden beoordeeld in welke mate er daadwerkelijk sprake is van een ‘bezit van recht van overpad’. Heb je een juridisch adviseur ingeschakeld via de rechtsbijstandverzekering, dan zal die je uitleggen dat vanuit juridisch perspectief van bezit of gebruik sprake moet zijn geweest op een wijze die ‘eigendom van het pad pretendeert’. Om daar een oordeel over te kunnen vellen is het bijvoorbeeld van belang hoe eerdere perceeleigenaren omgingen met het recht van overpad. Daarbij wordt niet zelden gekeken naar uiterlijke kenmerken en worden vragen gesteld als wie onderhoudt het pad, is het pad afgesloten en hoe vaak wordt er nou precies gebruik gemaakt van het pad? Vaak vindt een rechter alleen het rijden over een pad niet genoeg.
Langdurig gebruik geen garantie op recht van overpad
Aan de andere kant is zeer intensief en langdurig gebruik van het pad ook niet dé maatstaf als het gaat om recht van overpad. Er is ook dan niet per definitie sprake van dit recht. Stel dat iemand die gebruik maakte van het pad daarvoor permissie had van de perceeleigenaar, en dit mondeling of middels een gebruikers- of huurovereenkomst is vastgelegd, dan heeft de gebruiker gebruiksrecht gekregen. In dat geval is dus nooit sprake van gepretendeerd eigendom.
Gebruiksrecht is persoonsgebonden
Het gebruiksrecht is persoonsgebonden en ligt dus anders dan het recht van overpad. Dat houdt in dat het gebruiksrecht alleen ingeroepen kan worden tegen de persoon die iemand anders dit recht heeft gegeven. Mocht er sprake zijn van een nieuwe eigenaar, dan hoeft die zich dus niet te houden aan het ooit verleende gebruiksrecht.
Niet accepteren
Dan nog iets. Als het recht van overpad bestaat, dan houdt dat niet in dat je als eigenaar alle gebruik maar moet accepteren. Of anders; mocht jij het recht van overpad hebben, dan is het beslist niet zo dat je het pad maar naar eigen inzicht mag gebruiken. Voor recht van overpad geldt namelijk dat dit op de minst bezwarende wijze uitgevoerd moet worden. Daarnaast is het de eigenaar van het lijdende erf toegestaan een ander deel van zijn erf aan te wijzen voor het recht van overpad. Op eigen kosten mag de rechthebbende overigens wel werkzaamheden (laten) uitvoeren om het pad te verbeteren. Mocht er een vestigingsakte zijn, dan kunnen in de akte bepaalde verplichtingen opgenomen zijn. Dit kan gaan over bijvoorbeeld het voldoen van een vergoeding, het onderhouden van het pad en de wijze van gebruik van het pad.
Toch gedogen
Er kan geen sprake zijn van recht van overpad, maar toch moet gedogen dat het pad door anderen gebruikt wordt. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als sprake is van een buur- of een noodweg. Met een buurweg wordt een weg of pad bedoeld waarvan verschillende buren gebruik maken. Gebruikers van een buurweg kunnen uitsluitend samen beslissingen nemen over gebruik, afsluiten of het verleggen van de buurweg. Een recht van buurweg kun je zelfs als eigenaar niet zomaar opzeggen door heel simpel tegen de gebruikers te zeggen dat er geen gebruik meer van gemaakt mag worden. Over de buurweg stond vroeger nog een artikel opgenomen in de wet, dat is tegenwoordig niet meer het geval. Toch blijft het begrip buurweg van kracht, als de weg voor het jaar 1992 is ontstaan. In de wet stond overigens dat er sprake is van een buurweg als een bepaald pad of weg dient als uitweg en wordt gebruikt door verscheidende buren. Met verscheidende wordt twee of meer buren bedoeld met inbegrip van de eigenaar.
Een bestemde weg
Bij een buurweg moet sprake zijn van een bestemde weg. Die bestemming kan zowel uitdrukkelijk maar ook stilzwijgend aan de weg zijn toegekend. Met uitdrukkelijk bedoelt men dat de buren een en ander samen zijn overeengekomen. Met stilzwijgend juist dat de buren de weg of het pad met de tijd zijn gaan gebruiken als een buurweg. Voor dat laatste zijn duidelijke aanwijzingen; de weg is dan langdurig en ook ongestoord als uitweg in gebruik door verscheidende buren en als gebruikers geen permissie hebben gevraagd voor gebruik, maar zich wel steeds als rechthebbenden van gebruik gedragen hebben. Dat is ook zo als verschillende buren samen de weg onderhouden. Het onderhoud ligt dan dus niet alleen bij de eigenaar.
Andere opties
Ook nu is alleen het feit dat de eigenaar van de weg de situatie heeft gedoogd voldoende om te concluderen dat het perceel is bestemd als buurweg overigens. Of er al dan niet sprake is van een buurweg heeft niets te maken met de andere opties die er zijn voor gebruikers om hun perceel te bereiken. Uiteraard is het ook mogelijk dat het met een partij als burenproblemen.nl opgelost kan worden
De noodweg
Tenslotte kennen we ook nog een noodweg. Als een perceel geen behoorlijke toegang heeft tot de openbare weg? Dan kan de eigenaar van het perceel opdracht geven een noodweg aan te leggen. Die weg loopt dan via een ander perceel. De noodweg blijft gehandhaafd zolang dit noodzakelijk is. Wanneer er sprake is van behoorlijke toegang? Dat hangt vooral af van de normale bestemming van een erf, dat een behoorlijke exploitatie van dat erf mogelijk moet maken. Dat klinkt ingewikkeld, maar is het niet. Een behoorlijke exploitatie van een erf met een agrarische bestemming houdt simpelweg in dat je met landbouwvoertuigen dit erf moet kunnen bereiken. Bij de realisatie van een noodweg kijkt men vaak naar de snelste weg. Daarnaast speelt het voorkomen van overlast een rol.